En opnieuw: Minister J&V leidt Kamer om de tuin

Minister stelt: politie heeft contact opgenomen met geïnterviewde personen uit Verdacht. Dat blijkt onwaar.

Gepubliceerd: 21 Feb 2019

Op 10 december was de documentaire Verdacht op televisie. Binnen 24 uur werden er Kamervragen over gesteld. Uit onze factcheck bleek dat de Minister van Justitie en Veiligheid de Tweede Kamer onjuist en onvolledig geïnformeerd heeft. Nu heeft de Minister opnieuw een brief naar de Kamer gestuurd, maar in deze brief wordt er glashard gelogen.

Volgens de Minister heeft de politie contact opgenomen met geïnterviewde personen uit Verdacht om te praten over hoe zij de controles ervaren hebben. Dit is niet waar! Wij hebben dit geverifieerd bij alle geïnterviewden. Allen zeggen zij tegen ons dat zij geen officieel contact hebben gehad met de politie na de film over hun ervaringen.

Ook zegt de Minister dat de politie contact heeft met de makers van de documentaire om te bespreken op welke wijze de documentaire een plek kan krijgen in het curriculum. Dit is niet waar! De makers, dat zijn de regisseur Nan Rosens, de producent Hollandse Helden en Controle Alt Delete. Geen van ons is in gesprek met de politie over hoe de documentaire een plek kan krijgen binnen het curriculum.

Het is niet acceptabel dat een Minister de Kamer onjuist en onvolledig informeert. Het is onbegrijpelijk dat de Kamer dit accepteert, vooral gezien het onderwerp: een politie voor iedereen waarin iedereen gelijk behandeld wordt.

Lees hieronder verder om alle onwaarheden en halve waarheden te lezen:

1. Minister:

De documentaire laat het verhaal horen van mensen die het gevoel hebben gediscrimineerd te zijn door de politie.

Onze reactie:Gediscrimineerd worden is wat ons betreft geen gevoel. Neem het voorbeeld van Divano D. die wordt uitgemaakt voor aapje. Dat is geen gevoel toch? Dat is een feit.

2. Minister:

De politie heeft met de geïnterviewde personen, afgezien van een aantal van wie de identiteit niet bekend is, gesproken over de controles en hoe die door hen ervaren zijn.

Onze reactie:Dit is niet waar! Wij hebben dit geverifieerd bij alle geïnterviewden. Allen zeggen zij tegen ons dat zij geen officieel contact hebben gehad met de politie na de film over hun ervaringen.

3. Minister:

Ook heeft de politie contact met de makers van de documentaire om te bespreken op welke wijze de documentaire een plek kan krijgen in het curriculum en overigens kan worden besproken binnen de politieorganisatie.

Onze reactie:

Dit is niet waar! De makers, dat zijn de regisseur Nan Rosens, de producent Hollandse Helden en Controle Alt Delete. Geen van ons is in gesprek met de politie over hoe de documentaire een plek kan krijgen binnen het curriculum. Behalve een aantal geplande vertoningen met nagesprek is niemand met ons in gesprek over hoe de film "overigens besproken kan worden" binnen de politie.

4. Minister:

Uit eerder onderzoek blijkt niet dat er sprake is van een trend van (onbewuste) discriminatie, maar dat het probleem niet ontkend kan worden.

Onze reactie:Dit is niet waar! Niemand in Nederland kan beoordelen of etnisch profileren een trend is, omdat de omvang van etnisch profileren nog nooit in kaart is gebracht. De stelling dat er geen trend is, is nergens op gebaseerd. Uit verschillende onderzoeken (uitgevoerd door Politie & Wetenschap) bleek overigens dat er wel degelijk sprake was van etnisch profileren in de onderzochte populatie - zie bijvoorbeeld de onderzoeken van Wouter Landman en Sinan Çankaya.

5. Minister:

Politiemedewerkers blijken zich er niet altijd van bewust te zijn wat een staandehouding voor mensen in het algemeen en personen met een andere etnische achtergrond in het bijzonder betekent.

Onze reactie:

Wat goed dat de Minister erkent dat politieagenten zich onvoldoende rekenschap geven van de impact van een staandehouding op alle mensen en mensen met een migratieachtergrond in het bijzonder. Tevens willen wij wel een kanttekening plaatsen omdat een van de primaire werkzaamheden van politieagenten is om mensen staande te houden. Als zij zich niet realiseren wat de impact van hun werk is, zoals de Minister schrijft, dan is dat zorgwekkend.

6. Minister:

Om mogelijke vooroordelen en (onbewuste) discriminatie aan te pakken, zijn er in het meerjarige programma van de politie “De Kracht van het Verschil” uiteenlopende maatregelen geformuleerd en geïmplementeerd.

Onze reactie:Dit is niet waar! Het aanpakken van vooroordelen en (onbewuste) discriminatie is geen expliciet doel van de Kracht van het Verschil. Het is niet ondergebracht bij een van de vier speerpunten. Sterker nog, er is geen enkel meetbaar doel geformuleerd. Daar komt ook nog bij dat ‘het tegengaan van etnisch profileren’ niet een expliciet geformuleerde doelstelling is.

7. Minister:

Zo is er een handelingskader proactief controleren opgesteld dat inmiddels in alle eenheden is geïntroduceerd.

Onze reactie:

Dit klopt deels. Het handelingskader proactief controleren is misschien wel geïntroduceerd, maar het is niet geïmplementeerd. Er wordt niet gekeken of agenten zich houden aan het handelingskader, omdat er geen instrumenten ontwikkeld zijn die dit mogelijk maken. Handhaven dat agenten zich aan het handelingskader houden is daarom onmogelijk en gebeurt ook niet.

8. Minister:

Politiemedewerkers worden getraind in de toepassing ervan.

Onze reactie:

Dit klopt deels. Er zijn politiemedewerkers getraind in de toepassing van het handelingskader. In de realiteit verschilt dit enorm per eenheid, per district en per team. Er is niemand die erop toeziet dat alle politiemedewerkers hierop getraind worden en zich eraan gaan houden.

9. Minister:

De werking van het handelingskader in combinatie met de MEOS-app wordt op dit moment onderzocht door de Politieacademie bij tien basisteams.

Onze reactie:Dit is niet waar. Op dit moment wordt de MEOS-app niet in tien maar in negen basisteams onderzocht. Registratie van etniciteit is geen onderdeel van de pilot. De pilot zal daarom geen inzicht geven in de omvang van etnisch profileren en ook niet in de af- of toename van etnisch profileren. Ook het onderzoek van de Politieacademie zal hier niet naar kijken.

10. Minister:

Daarnaast is de aandacht voor diversiteit en discriminatie in het algemeen in het basispolitieonderwijs versterkt en wordt er ingezet op een meer diverse samenstelling van het politiepersoneel.

Onze reactie:

Diversiteitbeleid gaat verder dan afvinken van hokjes en een bepaald % medewerkers. Instroom bij de academie (in de onderste rangen) zegt nog niets over het behoud van, in dit geval, cultureel divers talent, de doorstroom naar hogere rangen, cultureel diverse zij-instromers voor leiderschap en het hebben van een cultureel diverse kandidaat op eenheidsleiding niveau, wat het plan was voor 2017 en nog niet is gerealiseerd. Verder, gezien de weerstand binnen de organisatie, de mate waarin er sprake is van discriminatie op de werkvloer en etnisch profileren moet er een fundamentele cultuurveranderingstraject plaats gaan vinden die een nieuwe sociale norm stelt in alle lagen van de organisatie met duidelijke consequenties wanneer die norm overgeschreden wordt. Tot slot meer diversiteit leidt niet tot een afname van etnisch profileren. Zie het onderzoek van Wouter Landman (Tegengaan van etnisch profileren, 2018). Hier een samenvatting https://controlealtdelete.nl/dossier/bewezen-effectieve-maatregelen-tegen-etnisch-profileren

11. Minister:

Zij heeft voor de behandeling van klachten een procedure in het leven geroepen die is gericht op het herstel van het vertrouwen van de burger in de politie en op het uitgangspunt dat de politie kan leren van klachten.

Onze reactie:

De klachtenprocedure duurt lang en is bureaucratisch. Soms moeten klagers wel 20 keer mailen en bellen voordat hun zaak beoordeeld wordt. Een klacht indienen vergt heel veel van de klager. Zelfs agenten, in hun vrije tijd, die etnisch geprofileerd zijn klagen niet. Zo’n 95% van de klachten wordt door de politie zelf afgehandeld. De 5% die bij de klachtencommissie wordt behandeld is ook problematisch. Wij zien doordat we meegaan naar gesprekken dat de klachtenprocedure niet onafhankelijk is. Ze vragen bijvoorbeeld: “Wat wilt u de jeugd meegeven als zij moeten toekijken hoe u de politieagenten bejegent?” “Realiseert u zich dat uw gedrag dit kan uitlokken?” “U speelt ook een rol, denkt u daar weleens over na?”. Een van onze meest stuitende ervaringen met de klachtenprocedure is iemand die door een politieagent uitgescholden is voor ‘aapje’. Zijn dashcam heeft dat incident opgenomen. Hij werd gearresteerd, zijn auto in beslag genomen. Toen hij de auto terug kreeg was de SD kaart weg en de dashcam onklaar gemaakt. De klachtencommissie heeft zich onthouden van een oordeel.

Dat in 2018 maar een klacht over etnisch profileren gegrond is verklaard zou betekenen dat de politie vorig jaar maar een keer etnisch geprofileerd heeft. Zelfs de politie zal toegeven dat dit onzin is. Het laat eigenlijk zien dat de klachtenprocedure niet is toegerust op klachten over etnisch profileren.

12. Minister:

Zoals ik uw lid Den Boer (D66) heb toegezegd zal ik de interne evaluatie van het programma met de Korpschef bespreken en u daarover informeren.

Onze reactie:De criteria waar het programma De Kracht van het Verschil op geëvalueerd zal worden zijn: de MEOS app, het aantal klachten over etnisch profileren en het aantal uitgevoerde projecten door de Kracht van het Verschil. Nogmaals: het afnemen van etnisch profileren is nergens geformuleerd als een doel en dat zou wel het geval moeten zijn.

Doe mee

Zet je in tegen etnisch profileren en buitenproportioneel geweld