Agenten die racistische uitspraken deden mogelijk toch voor de rechter

Gepubliceerd: 29 Oct 2020

Wat is er gebeurd?

Een coalitie van Rotterdammers en maatschappelijke organisaties starten vandaag een artikel 12 procedure bij het Gerechtshof. Zij vragen daarmee om de vervolging van de Rotterdamse agenten die racistische uitspraken deden in een WhatsAppgroep. Woordvoerder Jair Schalkwijk: “In een gepolariseerde samenleving is het belangrijk dat de politie een moreel voorbeeld is. Wanneer het om discriminatie gaat, moet de politie boven alle twijfel verheven zijn. Doordat het Openbaar Ministerie deze agenten niet vervolgt, wordt hier afbreuk aan gedaan”.

De coalitie, bestaande uit RADAR, SPIOR, OCAN, Controle Alt Delete en meerdere burgers, spant de procedure aan om een streep te zetten door discriminatie. Woordvoerder Jair Schalkwijk: “Wij zien dat het Openbaar Ministerie onvoldoende optreedt tegen racistisch gedachtengoed bij agenten. Daar mag binnen de politie geen plek voor zijn.”

‘Kankervolk’, ‘kutafrikanen’ en ‘pauperallochtonen’

In februari 2019 deden Rotterdamse agenten racistische uitspraken in een WhatsAppgroep. Zij refereerden aan mensen met een migratieachtergrond als ‘kankervolk’, ‘kutafrikanen’ en ‘pauperallochtonen’ op wie ze willen ‘schieten’. Het Openbaar Ministerie besloot om de negen agenten, waaronder vijf jeugdagenten van het politiebureau Marconiplein in Rotterdam, niet te vervolgen omdat de uitspraken niet in het openbaar gedaan waren.

Coalitie stelt: vervolging is wél mogelijk

De coalitie stelt in het verzoekschrift onder andere dat niet het openbaren, maar het verspreiden bepalend is. De delicten van groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie en haat zijn in 1971 in het Wetboek van Strafrecht opgenomen om uitvoering te geven aan het Internationaal Verdrag inzake Uitbanning van Alle Vormen van Rassendiscriminatie.

In art. 4 van dat Verdrag wordt gesproken over 'dissemination' dat letterlijk verspreiden betekent. In de Memorie van Toelichting bij het toenmalige wetsvoorstel gaf de minister aan dat met de woorden 'zich in het openbaar uitlaten' niet beoogd werd af te wijken van het Verdrag, hoewel daarin wordt gesproken over 'verspreiden'. In het verzoekschrift dat de coalitie indient bij het Gerechtshof wordt gesteld dat met 'zich in het openbaar uitlaten' volgens de Memorie van Toelichting 'verspreiden' bedoeld is. Het delen van berichten in een Whatsappgroep kan dan ook als 'verspreiden' worden aangemerkt.

Achtergrond

Met deze artikel 12 procedure vraagt de coalitie aan het Gerechtshof om de vervolging te gelasten van de betrokken agenten. In het verzoekschrift wijst de coalitie op de rol van de politie en de leidinggevenden binnen de eenheid Rotterdam die verzuimden om in te grijpen, ondanks dat zij een maatschappelijke, morele en juridische verantwoordelijkheid hebben om discriminatie tegen te gaan.

De coalitie bestaat uit antidiscriminatiebureau RADAR, Islamitische koepelorganisatie SPIOR, het overlegorgaan Caribische Nederlanders (Ocan), kunstcollectief Concrete Blossom, de organisatie Controle Alt Delete en meerdere Rotterdamse burgers. De coalitie wordt ondersteund door het Cross-cultural Human Rights Centre van de VU.

Bron foto: Google Maps

Doe mee

Zet je in tegen etnisch profileren en buitenproportioneel geweld